Angelie Weber / 29-01-2009
Sinds 1984 woon ik op de Binnenkadijk op 2 hoog vanaf ’t hof maar met uitzicht aan de waterkant. Door de openslaande deuren heb ik een prachtig uitzicht: de bomen van Artis, wolkenvelden en zonsondergangen, heel veel lucht en water.
Als de zon hoog staat en op het water schijnt, weerspiegelen de golven bij mij op de muur; bijna alsof je op het water woont. Behalve dat het uitzicht mooi is, heeft het water ook ongekende recreatieve mogelijkheden. Bootjes in de zomer en (heel zelden helaas) ijs in de winter. In de winter van 95/96 bijvoorbeeld, waren er 2 perioden met ijs; we hadden een prachtige, honderden meters lange, ijsbaan voor de deur. De koudste winter van de eeuw*. Mijn oudste zoon heeft er zichzelf leren schaatsen. Elke dag meteen na school de ijsbaan op en je zag zijn schaatskunst groeien. Steeds sneller, draaien, remmen, overstappen met de snelle noren. Ik genoot ervan vanuit mijn warme kamer en ik niet alleen; ik kreeg opmerkingen van allerlei buren die hem zo enthousiast bezig zagen!
’s Zomers zie ik de bootbewoners van de overkant soms zwemmen in het water en mijn kinderen hebben, toen ze wat jonger waren, heel wat tochtjes in hun rubberboot gemaakt!
*Reactie Truus Dekker, 5 februari 2009:De koudste winter van de eeuw was niet 1995/96 maar 1963/64, toen Reinier Paping de Elfstedentocht won. Het begon begin oktober en eindigde in april. Men kon onder andere met de auto naar Marken over het ijs.