Roeline Schep / 21-11-2007
Die avond, 22 jaar geleden, vond ik het maar een naargeestige straat. Er kwam geen eind aan en er stonden van die hoge bomen, die de straat nog donkerder en somberder maakten. “Als er één straat is waar ik niet zou willen wonen, dan is het deze”, dacht ik bij mezelf. Maar het leven kan raar kronkelen: een half jaar later woonde ik er, op nummer 83-III tegenover de drukkerij en boven “Thai83”, een sexclub waarvan niet veel mensen het bestaan wisten, vermoed ik.
De trap naar boven was lang, steil en smal. Een langs de straat gevonden 2-zits bankje bleef halverwege steken en moest met een inderhaast gehuurd touw en blok omhoog getakeld worden. (dat kostte toen f. 25,--) en dan door het raam naar binnen, zo’n raam dat je omhoog schoof en dan snel een plank ertussen om te kunnen kijken wie er voor de deur stond.
Het huis was echt oud: een keuken met 3, 4 lagen zeil op de vloer, een wc die niet docht kon als je erop zat en een douche ingebouwd in een kast. Als je achter uit het raam hing, kon je de buren bijna een hand geven. Maar we hebben een geweldige tijd beleefd, in de 5 jaar dat we er woonden en dat kwam vooral door de zolder. Niemand, behalve wij, gebruikte die kamertjes. Dus op een dag hebben we een hamer gepakt en alle houten wanden gesloopt, zodat we één grote ruimte kregen! Het was wel puimruimen, stof en spullen van tientallen jaren her, zelfs een hok vol kolengruis! Maar het resultaat was een heerlijke atelier- en feestruimte. Zeiltje op de vloer, muren aansmeren, kacheltje erin, wat tl-buizen en leuke lampjes, helemaal “te gek”.
Toen ik er eenmaal woonde, was de straat ook niet eng of luguber meer. Je ging patat halen bij snackbar “Habibi”, de slager en de groentenboer waren je buren. De jongens van de Marokkaanse coffeeshop kende je en zij jou, het was “mijn” straat geworden. In 1990 werd ons hele blok afgebroken en konden we een 3-kamerwoning in de Oranje Nassaukazerne huren; een stuk comfortabeler maar de buurt is nog steeds de buurt. Onze kinderen zitten op de BOE-school, Jan heeft een winkeltje, “Dubbelgroen”, en we gaan nog steeds naar de bakker én de tandarts.