Rietje Haenen / 17-03-2009
Geboren en opgegroeid op Wittenburg in de Derde Wittenburgerdwarsstraat, nuWindroosplein. Een kinderrijke buurt. Mijn vaste vriendinnetjes waren Hennie Bruining en Greetje Heinsius. We speelden veel op straat, rolschaatsen, slagbal met rondjes op de putten in de straat; er waren haast geen auto’s.
Ook zaten wij op korfballen bij A.K.V. Wittenburg; clubjes en film in de Tjerk Hiddisschool in de Derde Wittenburgerdwarsstraat, ook wel "Overhaal” genoemd want daar ging vroeger een pontje naar Kattenburg.
’s-Winters gingen de vaders ’s-nachts het veld onderspuiten om een ijsbaan te maken (moest het wel vriezen natuurlijk). Er hingen schijnwerpers aan de veranda’s en voor een kop snert werd gezorgd. Als het had geijzeld gingen we op straat schaatsen tot aan de 2e Wittenburgerdwarsstraat (ook wel het Dijkie genoemd), waar Eusie op de hoek een koffiehuis had.
Als het ijskarretje van Jamin kwam roepen om een dubbeltje voor een pak ijs, dan werden de dubbeltjes uit het raam gegooid.
Als we een feestje hadden dan lagen er planken over de stoelen; dan had je meer zitplaatsen want we hadden een grote familie. Later huurde mijn moeder klapstoeltjes. De tussenkamer was om te dansen en dan de polonaise over het portaal, trap af, rondje straat en weer naar boven. Dat was heel gewoon op Wittenburg.
Toen we hoorden dat Wittenburg gesloopt zou gaan worden, hebben mijn moeder en de buren het heel moeilijk gehad; ze waren erg gehecht aan hun buurtje; iedereen kende elkaar; we hadden bijna op elke hoek een winkeltje. Wij woonden op nr 30. Op nr 22 was de slagerij van Pfrommer (pompom), aan de overkant melkboer Heerschap (prutter), op de andere hoek bakker Roobeek en ook nog juffrouw Gans (kruidenier). In de grote straat waren de kruidenierswinkel van Grietje en Alie v.d Brink. Naast de voddengang had je ook nog de bandenloods van Schoenmaker en naast de ingang van de speeltuin groenteman Schoone. Dan kreeg je de blinde muur naast de ingang van de gompoort. Daar werd de straat een stuk smaller. Tegenover Proost en Brandt (papier) weer een melkboer (Schouten). Verder ome Cor Bouwman (kolenboer), Gerrit v.d. Horst (kruidenier) en daartegenover clubhuis “het Anker” en op de hoek van het Dijkie het koffiehuis van Eusie.Er waren nog wel 14 winkels waaronder Kaatje de Boer, Jan Patat en Jantje van Alles.
Nadat ik getrouwd ben, hebben we nog 14 jaar op Wittenburg gewoond. In 1975 zijn mijn vader en wij verhuisd naar Kattenburg. Mijn moeder heeft het niet meer mogen meemaken.Als ik het liedje van Willy Alberti “de Buurt”hoor, dan moet ik altijd aan mijn ouwe buurtje denken.