Jos Zandvliet / 02-04-2009
Op 12 februari 1979 fietste ik, Jos Zandvliet, langs de Oosterkerk het desolate Wittenburg op; veel braakliggend terrein na de sloop van de vele kleine arbeidershuisjes. Ik zocht een geschikte werkplek voor onze theatergroep Dogtroep. Na kontakt met een van de “krakers”in de 3e Wittenburgerdwarsstraat (veel te lange naam voor zo’n kort straatje) konden we in de voormalige aardappelloodsen achter de woonhuizen aan het werk. Boven het kantoor van aardappelboer Bouwman bleek een zolder vij te zijn. Daar mocht ik wonen en ik zei mijn zelfgetimmerde huisje op een bootje bij Artis vaarwel.
Dertig fantastische jaren volgden. Ik leerde mijn lieve Septimia kennen op de dansvloer van Paradiso. Samen bouwden we door aan de zolder en de benedenverdieping; samen speelden we met ons theater over de hele wereld en zelfs Carré was een maandlang uitverkocht. We kregen twee jongens en een meisje en met deze schatten begon de binding met de buurt.
Vrienden aan de zandbak; bij de speeltuinen; in de peuterspeelzaal van de Witte Boei. Onze kinderen mochten naar de BOE. Daar konden we meehelpen aan de gezamenlijke activiteiten; de Sinterklaasfanfare, het Kerstkoor waarmee we naar de tehuizen trokken. Grootse goededoelenacties met veel muziek en theater en een optocht door de wijk met de langste koe van Nederland (BOE!!!) bij het 10-jarig bestaan.
De school en de onvergetelijke avonden als ik met de “dorpsjeugd” voetbalde op het veld naast het werfhuisje, zorgden ervoor dat ik veel groet en namen ken. Ook de mindere kant van mensen leer je kennen en zeker hoe vlot je daarop moet reageren, corrigeren, complimenteren maar vooral: van ze houden.
In 2003 kwam ik in gesprek met Angelie Weber en Rob Andeweg (ik kende hen al van vrijwilligerswerk op de BOE). Zouden we iets moois voor en met de buurt kunnen creëeren? De buurt in beweging zetten? Veel mensen hebben we toen bij elkaar geroepen in de Oosterkerk en ons historisch besef bracht het aardappeloproer uit 1917 als bindend thema aan (“gaan we met die aardappelen door de straten dansen?”). Boer Pleun komt zo al 5 jaren in september een ton aardappelen brengen en met een tocht van 5 km delen we ze uit. Vele vrijwilligers helpen met koken, knutselen, muciseren, organiseren. De kinderen helpen met aardappelen in zakjes doen en met uitdelen. Het is echt een tovermiddel, feest tot laat op het plein, dansen en lachten. “Oe, wanneer zijn die aardappelfeesten” vraagt mijn Surinaamse buurman Henk in januari.
En dan die Parelschool. Mindere onderwijsprestaties brachten het bestuur op een dwaalspoor. Er moest een nieuwe naam komen; de hele buurt boos. Televisie erbij!! En of wij de nieuwe naam die ze nog niet hadden, wilden presenteren? Voor geen tien miljoen! Een Kattenburger sprak in het stadhuis recht uit het hart: “die naam is fantastisch”!! En de mensen overwonnen. Samen zijn we veel sterker: Parel 4 ever. In twee weken tijd schreven we de Parel d'Amour die we samen met de kinderen, leerkrachten en ouders op een zonnige augustusmiddag opvoerden op het plein voor de hele buurt. De gejatte Parel wordt na veel omzwervingen weer triomfantelijk aan de school bevestigd. En eeuwen later heet de school nog zo. De pareltjes van de buurt zingen ons nog toe op de straathoeken en in de supermarkt: “het schittert in het hart van de mensen, het schittert hier voor groot en klein, je kan je geen mooiere naam wensen, dit moet onze Parelschool zijn. Parel, Parel, schitterend in de wijk, Parel, Parel, oh, wat zijn we toch rijk”.
Nu zijn we de 6e patatatoe aan het voorbereiden. We gaan nog vele gezellige momenten meemaken. Buurtje, dorpei, ik hou van jou.