Anneke Roth-Michielse / 21-10-2008
In augustus 1972 kwamen mijn man (Jim Roth) en ik wonen op de Oostelijke Eilanden. We hadden een schip gekocht en dat lag in de Nieuwe Vaart. Na een hoop gedoe met een autosloper kregen we toestemming om ons schip af te meren achteraan op Wittenburg, bij de Bataafse Aannemingsmij. Op de plek waar nu het Vierwindenhuis staat.
Het was daar heerlijk wonen. De loodsen die er stonden werden gesloopt en daardoor woonden we buiten, midden in Amsterdam. Onze kinderen groeiden daar op en mijn moeder, die in Brabant woonde, zei elke keer weer als ze de jongens zag: “Het zijn geen stadskinderen, ze zien er zo gezond uit”. Het was een terrein waar van alles te beleven viel.
We hebben meegemaakt dat heel vee gesloopt werd op Wittenburg. Maar de enorme kaalslag van Kattenburg werd niet herhaald en er werd door stedebouwkindigen, architekten en buurtbewoners nagedacht over de invulling
van de buurt. Hierdoor is gevarieerde bouw ontstaan en ziet Wittenburg er heel anders uit dan Kattenburg.
We zijn altijd betrokken geweest bij alles wat er in de buurt speelde. We zaten in het buurtcommité, dachten mee over de bestemming van de Oosterkerk, zodat deze behouden kon blijven voor de buurt. Het Wijkcentrum werd veelvuldig door ons bezocht. Jim heeft deel uitgemaakt van de Stichting Oosterkerk en deed nog veel meer in de buurt. Het voert te ver om daar nu over uit te weiden.
Zelf werk ik al erg lang in het onderwijs in de buurt. Eerst een aantal jaren op de De Ruyter kleuterschool in de Krayenhoffstraat en vanaf 1986 op de Parel. Hierdoor ken ik heel veel mensen in deze buurt.
Inmiddels is ons schip verkocht, Jim is overleden, de kinderen zijn de deur uit en ik woon nu op Oostenburg. Gelukkig nog steeds in de buurt. En ik wil nooit de buurt uit. Het is een dorp in de stad en de mensen zijn hier warm en meelevend. En wat deze buurt zo bijzonder maakt? Er wonen hier heel veel verschillende mensen en de strijdbaarheid van de bewoners, van oudsher een kenmerk van deze buurt, is gehouden gebleven; die kom je nog steeds tegen.