Jaap Altelaar / 02-01-2008
WITTENBURG
Als kind blijven je altijd dingen bij; hoewel behorende bij je jeugd toch soms onuitwisbaar in je gehuegen zijn opgenomen. Neem nu eens de speeltuin op Wittenburg in de oorlog en na de oorlog een onmisbare plek in de buurt. Elk kind zocht zijn vertier zowel jongs als meisjes, in de speeltuin.
De jongens natuurlijk VOETBALLEN, VOETBALLEN EN NOG EENS VOETBALLEN.
Een onuitwisbare figuur was natuurlijk "onze"opzichter, Ome Dries Blom.
Altijd kwam hij aangelopen met ongelukkige Willem Brinkman in het karretje. Weet U het nog? Willem hoorde bij ons en ging ook vaak mee met de wandelclub in zijn kar en wij duwden hem.
Ome Dries was de rust zelve. Een kind dat iets ondeugends had gedaan werd gestraft op een heel rustige manier, met een middagje buiten de speeltuin of soms drie dagen, dat lag aan de overtreding. Ome Dries had geen schreeuwende waarschuwingen nodig. Elk kind en dat lijkt nu raar, luisterde naar hem, rustig, kalm maar gedecideerd. Aan je ouders durfde je het meestal niet te vertellen want dan kreeg je bijna altijd ongelijk. Het ware zo.
Dus elke dag haalde Ome Dries Willem op bij zijn familie in de Grote Wittenburgerstraat bij het Gebouw het Eiland. Ome Dries woonde ernaast.
Willem was een zwaar lichamelijk gehandicapte die in een invalide kar zat of lag. Tijdens de grote schoolvakanties, als de tuin dicht ging van 12.00 tot 13.00 uur ging Ome Dries altijd thuis lunchen. En vaak haalden wij hem dan op en mochten wij Eillem voorrijden naar de speeltuin.
Dit was een onuitwisbare herinnering die met liefde doorwerkte vooral aan Ome Dries Blom want…..
Jaren later op een zomeravond de kinderen van toen, waren alreeds jaren getrouwd en hadden zelf al kinderen. De vaders hadden op een zomeravond zin om te VOETBALLEN ‘s avonds in de speeltuin, maar de tuin was dicht want die ging altijd om 18.00 uur op slot.
De vaders, de kinderen van toen, klommen over de schutting in de voddengang met prikkeldraad en voetbalden in de speeltuin die op slot was. Het was super gezellig lachen, gieren, brullen. De familie en kennissen stonden op de veranda’s en hingen uit het raam aan te moedigen; sfeervol en uniek en opeens klonk er een stem: "jongens, juut Ome Dries komt eraan".
Als tijgers vluchtte een ieder weg; klommen op de schutting en in hun haast bleven ze natuurlijk hangen aan het prikkeldraad. Totdat één van de vaders riep: "waar zijn we mee bezig; we zijn allemaal getrouwde kerels en lopen weg".
En ja hoor daar kwam Ome Dries aan en een ieder lag dubbel van het lachen en……ze gingen allemaal lachend de speeltuin uit.
Dit is historisch en was prachtig om te zien en nu haast ondenkbaar.
Jaap Atelaar