Ger Roessink / 16-01-2010
Voor Amsterdam en omstreken ben ik op zoek gegaan naar benamingen van getallen, zoals die in de haven van Amsterdam door havenarbeiders werden gebruikt.
Met deze link kan je dit dokument in de originele opmaak lezen:
http://www.buurtboeken.nl/documenten/HavenGeheimtaal.pdfDit is het verhaal:
In de Vlothaven in Amsterdam staat een loodsencomplex, waarvan de loodsgedeelten de volgende namen dragen:• Aas• Zwaantje• Kimmel• Stoeltje
Voor de meesten zullen deze namen wel enig wenkbrauwfronsen teweeg brengen, hier volgt echter de verklaring:
Vroeger- en nu ook nog- was het bij oudere werknemers in de haven gebruikelijk om in plaats van getallen hiervoor bijnamen te gebruiken. Deels vloeide dit voort uit het gevoel voor humor, anderzijds was het wel
praktisch, omdat bij het uitspreken van getallen verwarring kon ontstaan (zoals bijvoorbeeld bij zeven en negen). Verder kan één en ander worden verklaard vanuit de Hebreeuwse oorsprong. Omdat het opsommen van
getallen vrij ééntonig en vervelend is, kwam men, mede door de welbekende Joodse humor, vaak tot originele vondsten.
Hieronder de resultaten van het onderzoek:
1. Aas Dit is, vooral voor kaartspelers onder ons, bekend; het is nl. de 1 in het kaartspel
2. Zwaantje Afgeleid van de vorm van de 2
3. Kimmel Gimel Is de derde letter van het Hebreeuwse alfabet
4. Stoeltje Afgeleid van het cijfer 4
5. Handvol Dit is Bargoens voor vijf jaar gevangenisstraf (hij kreeg een handvol)
6. Pijpje of lepeltje Beide naar de vorm
7. Jood of Joop in de pot Jood uit een oud gezelschapsspel, genaamd ‘zevenrot’; ‘Joop in de pot’, afkomstig uit een spel met twee dobbelstenen (7 is pot); ‘broodje klimop’: op de 7e dag is het geld op, dus niets meer op brood
8. Krakeling Naar de vorm;Appie Verhaspeling, van achie voor acht
9. Neger De R aan het eind, vermoedelijk om verwarring met het getal 7 te voorkomen
10. Tellen Men telde niet verder dan een tiental;Tinus Skup Schrub is een dubbeltje in dieventaal
11. Kwak Als verklaring hiervoor wordt gegeven, dat bij het spuwen op de grond door iemand die pruimt, de twee straaltjes het getal 11 vormen. Het gebruik van pruimtabak was vroeger gangbaar, omdat tijdens het werk roken verboden was. Aardig is ook om te vermelden wat hierover geschreven is: “met dikke tabakspruimen in hun bakkes spuwen de boeren maar raak, zelfs in hun mooie kamer en zondags in de kerk hoort
gij het kwakken op de vloer!Kwak aboe: waarschijnlijk ontstaan uit het Franse ‘à vous’, uitgesproken bij het elkaar toedrinken van de kwak (jenever), die om 11 uur verstrekt werd
12. Dozijn Dit spreekt voor zich
13. Judas Discipel, de dertiende aan het Heilig Avondmaal; verder ook nog wel: ‘alle bazen’; dat de havenarbeiders de bazen met ‘ongeluk’ vereenzelvigen, zal niemand verbazen
14. Kimmel Bas Zie bij 3. en 5.
15. Drie handel vol of drie stuivers. 17. Jodesien Jod is de tiende letter van het Hebreeuwse alfabet en sajin de zevende letter; Jodesajin werd in plat Amsterdams ‘Jodesien’
18. Duizend weken In Groningen gebruikt men nog de uitdrukking ‘een meisje van duizend weken’
19. Kuiperspad Een berucht adres in Amsterdam, waar bij een inval van de politie 19 verdachten werden opgepakt.
20. Tweemaal tellen. 21. Baas Portieltje Bekend bij oude veemwerkers, waar baas Portieltje vier jaar te vroeg zijn 25-jarig jubileum vierde
22. Zwaantjes Zie onder 2.Ook werd ‘Vondelpark’ gebruikt; want welke Amsterdammer kent niet bank 22 in het Vondelpark?
24. Tweedozijn 25. Heitje Het is de vijfde letter van het Hebreeuwse alfabet;Het verkleinwoord ‘heitje’ dient als benaming voor het oude vijfstuiver stuk en wordt zodoende 25.Overigens kent bijna iedereen de uitdrukking ‘heitje voor een karweitje’.
28. Likmehol In het Bargoens woordenboek komt voor: “vroeger hadden wij nogal een likmehol in de kat”, waarbij ‘likmehol’ een achtentwintiger (geldstuk) en ‘kat’ een geldriem is. Het schijnt dat het geldstuk van
1,28 gulden een uitstekend object was voor valsemunters, voor de Staten van de Provincie Holland was dit ‘HOL’, wat reeds een groot deel van deze uitdrukking verklaart.Voor hen die Amsterdamse geintjes kennen, is het niet verwonderlijk dat 28 nog een andere benaming kreeg en wel ‘stinkerd’ dat natuurlijk berust op een absoluut verkeerde interpretatie van de eerste uitdrukking
30. Drie tienen 31. Ladde Een beruchte gelegenheid in de Pijp in Amsterdam, waarvan 31 het huisnummer was
33. Mottig “Het is een mottige drieëndertig”: wordt gezegd van een lelijke vrouw, die door de pokken mismaakt was
35. Makke Dit woord stamt van het Hebreeuwse ‘makoh’, een woord met meerdere betekenissen zoals: is geslagen, wonde, kwaal, plaag.Het is een verwensing, maar de relatie tot het getal 35 is onbekend
38. Jannie Smit 39. Oostmeijer Even berucht als het Kuiperspad dat voor 19 gebruikt wordt, schijnt 39 het huisnummer van Oostmeijer te zijn geweest
40. Het koude jaar Hiermee doelt men op de strenge winter van 1740
41. Op z’n elfendertigst of ‘op z’n doesie’ 44. Twee stoeltjes Zie onder 4.
45. Klap aan een smeeris Als men een agent een klap gaf, werd dit bestraft met 45 dagen gevangenis
50. Halve Meier Dit woord stamt uit het Hebreeuws: meióh is honderd. In het Bargoens is hiervan ‘meier’ afgeleid, een halve meier is dus 50. Kimmel meier is bijv. 300 gulden. Ook werd wel de uitdrukking
‘halfrond’ gebruikt; 100 is een rond getal, dus ‘halfrond’ is dan 50
51. Roelofs of koperbuikie 55. Bochels 66. Pijpenboot Waarschijnlijk ook naar de vorm; zie onder 6.
69. Kop en Staart of Kop en Kont Dit spreekt voor zich
77. De benen 88. Krakelingen In verband hiermee werden ook wel de uitdrukkingen ‘Herman de Bakker’ of ‘Piet de Bakker’ gebruikt
96. Hoe je ‘m draait Dat maakt dus niets uit
99. Hangen Waarschijnlijk ook naar de vorm
100. Rond of Ronde Jongen of Stinkert en Meier Dames en Heren; toilet is ook no. 100
101. Koninklijk Saluut Bij bepaalde gebeurtenissen met betrekking tot het Koninklijk Huis worden 101 saluutschoten afgevuurd
111. Vader, Zoon en Heilige Geest of Drie Smerissen 112. Dubbele Aas met Zwaan 113. Portret van alle bazen 123. Soldatenpas Bij getallen boven de 100 zegt men ook wel gewoonlijk:111 - Honderd met kwak113 - Honderd met Judas
Heel veel combinaties zullen, zoals u zult begrijpen, worden gemaakt. Zo zegt men voor baal nummer 11 met 99 kilo ‘kwak met hangen’ en voor baal nummer 13 met 88 kilo ‘judas met krakelingen’.Ter verklaring van het ontstaan van de Amsterdamse haventaal kan men aannemen dat dit niet alleen voor de duidelijkheid is, maar ook om de eentonigheid van het noemen van hele cijferreeksen bij het rissen en wegen van de balen te vermijden.
Het zal u duidelijk zijn dat dit verhaal niet volledig is en ik kan mij voorstellen dat de lezers op- en aanmerkingen en misschien aanvullingen zullen hebben. Uiteraard zijn deze van harte welkom!
Met een vriendelijk groet,
Ger Roessink(geboren met een dubbele kwak op het Kuiperspad op twee stoeltjes…) 1944
Foto's Vlothaven: Beeldbank Amsterdam