De Parelschool, 1954 tot 1960

Rein Aardema / 01-10-2012

De Parelschool, 1954 tot 1960

Ik herinner me …

… weinig van de eerste drie jaar.… wel de leitjes waarop ik leerde schrijven. We moeten zo’n beetje de laatste school in Amsterdam zijn geweest die nog een lei, griffel en spons gebruikten.… helaas de eerste drie juffen (of waren het er maar 1 of 2?) niet terwijl ze toch van enorm belang voor mij zijn geweest: zij leerden mij lezen en schrijven.… de leesboekjes over Ot en Sien met woordjes van 1 à 2 lettergrepen, iedere lettergreep werd door een koppelteken gescheiden.… hoe nerveus ik was als de klas om toerbeurt een stukje moest voorlezen.… de oranje kleur die vaak door tekenaar Jetses werd gebruikt. Zo nu en dan zie ik die specifieke oranjekleur en moet ik aan toen denken.… de route die ik al gauw, denk ik, alleen liep: vanaf de Wittenburgergracht 37, drie hoog (,,de gracht’’), Kleine Wittenburgerstraat in, dan de 1e Wittenburgerdwarsstraat, Grote Wittenburgerstraat, linksaf Ravenstraat in. Een route die ik 6 jaar zal lopen. Tijdens de sinterklaasperiode hing er bij ,,Schele Jaring’’ altijd een prachtige poster van de Sint en Piet in de etalage. In de Grote Wittenburgerstraat, vlak bij de gracht, aan de rechterkant zat altijd een oude man achter het raam die vriendelijk gedag zei. In de 1e Wittenburgerdwarsstraat was een garage waarin een personenauto stond, dat was toen uitzonderlijk: iemand had een auto.… dat de 4e klas in een bijgebouw zat en om daar te komen moest je het Kippenbruggetje over, linksaf, vlak voor de speeltuin daar stond het schooltje.… dat zittend in de klas links van me de Oosterkerk stond en dat de tijd zo nu en dan heel langzaam ging.… dat daar ook meester Uffels les gaf. Een jongeman met snor (?) waar alle meisjes toen al gek op waren.… dat de ramen, rechts bij de gang tot de helft afgedekt waren. Als er een volwassene voorbijliep zag je alleen zijn hoofd.… het luchtalarm iedere 1e maandag van de maand om 12 uur afging en dat we dan bijna ,,vrij’’ waren, 12.15 uur, en dat dit ook een angstig moment was: ,,de Russen zouden ooit kunnen komen’’. … dat onze onderwijzer meester Grouwert (Grauwert?) was.… dat hij een meester was zoals een meester moet zijn: joviaal, goedlachs en een wuivende witte kuif.… dat hij toen ontzettend oud was, 50, 60 jaar?… dat hij een beetje trilde, waarschijnlijk een lichte vorm van Parkinson en dat hij een wijnvlek op zijn gezicht had.… dat hij spannende verhalen uit de Nederlandse geschiedenis vertelde. En prachtig kon voorlezen. Jaren later, halverwege  de jaren 70, zag ik hem vanuit de tram, staan bij de bushalte op de Middenweg. ’t Deed mij genoegen dat hij nog leefde. Spijt heb ik dat ik toen niet ben uitgestapt om te vragen hoe het met hem ging. Een diepe buiging voor meester Grouwert!… dat we in de 5e klas meester Grolle kregen. Hij had een voor ons bedenkelijke reputatie: streng en weinig toegankelijk!… dat meester Grolle altijd een grijs pak  droeg en veel rookte.… dat als hij ging zitten hij de gewoonte had zijn broek vlak bij zijn kruis op te trekken. Dit leidde bij ons, zo jong als we waren, tot wat scabreuze grapjes…… dat er bij hem weinig lol werd gemaakt, dat liet hij niet toe.… de 6e klas met Juffrouw Derksen.’n Lange, magere vrouw, aardig en goedlachs.Zingen deed ze graag met de klas waarbij zij altijd een stemvork gebruikte en een langwerpig boekje waarin alle liedjes stonden.In mijn gedachte gaf zij ook bijles om een paar scholieren voor te bereiden op de middelbare school.Wietje Beelen, Kees Pafort en ik kregen les, maar waarin? De ouders van Kees hadden een fietsenwinkel op de Kattenburgergracht. Wietje woonde op Oostenburg. Met zijn drieën zijn we een keer een weekeinde bij de ouders van Kees geweest die een huisje op De Fransche Kamp hadden. … de schoolfotografen die Ter herinnering aan mijn schooltijd-uitgaven maakten… dat wij thuis, zoals zoveel klasgenoten, geen douche hadden. In de tobbe op vrijdagavond. Vanaf de 4e klas gingen we naar het badhuis, op vrijdagmiddag. In rijen van 2 liepen we het kleine stukje. De jongens de linker- en de meisjes de rechterentree in. Meneer Marcus zwaaide in het badhuis de scepter. Na een aantal minuten douchen werd er op de deur geklopt en moest je  je afdrogen en aankleden waarna meneer Marcus de douche schoonspoot. Wat een weelde douchen. Wat een heerlijke harde, hete straal water. Dit heeft een onuitwisbare indruk op me gemaakt. Er stond ook een badkuip, maar die was voor ons onbereikbaar… Meneer Marcus ,,ronselde’’ ook jongens om in voetbalclub DEC achter de Middenweg, te komen spelen.… de Bazooka Joe plaatjes (kauwgom) die we uitwisselde en de Amerikaanse gelukpenning met een echte dollarcent erin waarvoor je kon sparen (Stuur 20 wikkels of 3 postzegels van 12 ct en 5 wikkels in en envelop aan Bazooka Joe, Postbus 1107, Den Haag). Deze penning hing je aan je broek.… de brandmelder op de hoek van de Ravenstraat.… dat hier op een zekere dag gratis het stripweekblad Arend werd uitgedeeld.… de angst voor de schooltandarts. Deze ,,behandelde’’ je in de kamer van bovenmeester De Lange. Als je ,,geluk’’ had kreeg je een versleten boortje mee. Iedereen kreeg zwarte vullingen, ook aan de voorkant.… de assistente van de tandarts die je uit de klas haalde. Angst!… de dag waarop ik 12 werd en de klassen rond mocht gaan om alle leerkrachten te trakteren. Een van hen vroeg hoe oud ik was geworden. ,,Twoalf, meester’’, zei ik op z’n Amsterdams. De platte uitspraak werd op de middelbare school snel gecorrigeerd.… dat ik tussen de middag bij mijn oma een boterham at. Mijn ouders werkte allebei. Mijn vader bij de Amstel Brouwerij en mijn moeder maakte kantoren schoon bij Cortlever en Weegewijs in de Valkenburgerstraat.… dat mijn andere oma later in de Ravenstraat kwam wonen en ik toen nu en dan bij haar at en hoe fijn het was dat ik binnen een paar minuten in de schoolbank zat.… de 5e klas op de begane vloer met uitzicht op het badhuis en dat mijn neefje Dick van der Lem in de lantaarnpaal klom om naar me te zwaaien.… dat we een keer de zolder moesten opruimen en dat daar nog alle oude schriften van ons lagen.… dat we iedere week naar het Sportfondsenbad gingen om zwemmen te leren. ’s Morgens om 9 uur verzamelen voor de Oosterkerk waar een bus (met het opschrift Pluck den Dag?) ons ophaalde.… het mooie zonlicht zomers als ik ’s morgens naar de Parelschool ging.… vaag de schoolreisjes en dat we bij thuiskomst onder de bank wegdoken.… dat ik met mijn moeder naar school liep ’s avonds waar zij moest stemmen.… de meesters die tussen de middag op de fiets naar huis gingen en dat zij bij terugkeer hun fiets buiten op slot zetten.… de muzieklessen van iemand van buiten de school en dat we met de klas naar het Concertgebouw gingen om een klassieke muziekuitvoering bij te wonen o.l.v. Anton Kersjes.… dat we ook naar Carre (?) gingen om naar ballet te kijken en dat Hans Snoek dit inleidde.… de schoolavondjes bij Werkspoor op de Oostenburgergracht.… de schoolbibliotheek waar ik geen genoeg van kon krijgen en algauw alles gelezen had waarna ik ook naar de bibliotheek ging in het buurtgebouw in de Grote Wittenburgerstraat.… de Kuifjes met harde kaft en Suske en Wiskes, blauwe uitgave, die sommige klasgenoten meenamen en Dick Bos niet te vergeten en dat de meesters dit niet wilde hebben.… dat ik in de 6e klas al de opstelling van de banken noteerde met de namen van de klasgenoten erbij. Ik wilde deze herinnering bewaren voor later, maar helaas ben ik zoals zoveel andere tastbare herinneringen, dit kwijt geraakt.… dat we in de 6e klas voor het afscheid een toneelstukje voor onze ouders moesten opvoeren in het buurtgebouw en dat mijn tekst was ,,Eenmaal, andere maal, verkocht!’’ en hoe angstig ik was deze zin te vergeten. En dat we ook een gymnastiekuitvoering gaven.… dat we bij het afscheid een lepel en vork kregen met daarin Parelschool gegraveerd en dat ik ze nog steeds gebruik.… de strenge winters en hoe donker het dan was als je naar school liep en hoe genoeglijk het was als je de klas binnen kwam waar de lampen mooi geel brandden en je je heerlijk aan de reeds brandende kachel kon warmen.… dat mijn schoenen vaak nat waren door het smeltend sneeuw en dat ze bij de kachel mochten drogen.… de prachtige schoolplaten van Isings en Jetses waarbij vooral meester Grouwert zo boeiend kon te vertellen.… de blinde aardrijkskundekaarten.… de kapstokken op de gang en hoe zwaar het was als je naar de bovenmeester werd gestuurd als je ongehoorzaam was geweest bij Juffrouw Derksen. Meester Grolle en meester Grouwert stuurden je nooit weg, die losten het zelf op: je mocht in de hoek staan en je niet omkeren.… dat t/m de derde klas we ’s morgens 20 minuten pauze hadden en dat we in de laatste 3 klassen ,,slechts’’ 15 minuten kregen en dat ik verlangde ook 15 minuten pauze te krijgen omdat ik dan tot ,,de grote jongens’’ zou behoren.… dat we tijdens het speelkwartiertje naar de Luxe Bakkerij op de 1e Kattenburgerdwarsstraat  liepen (wat niet mocht) en daar een hard puntje voor 5 cent kochten. … het spelen op dit pleintje, bokspringen enz.… de meesters die naast elkaar heen en weer liepen en ons in de gaten hielden… de koude melk die we iedere ochtend kregen en hoe deze in kratten werd aangevoerd. De condens die op de flesjes kwam.… de kolenkelder vlak bij de entree en hoe vereerd je was als je daar kolen mocht scheppen.… dat leerlingen van de 6e klas de voordeur mochten opendoen als er gebeld werd.… de tussendeur naar de andere lagere school, de Oosterschool, in de Bootstraat en dat we met die kinderen vrijwel geen contact hadden. In de Bootstraat kwam je niet.… dat achter de Ravenstraat een kleine jachthaven lag en hoe we daar speelden en hoe  je je daar heerlijk kon verstoppen in allerlei geheime nissen.… bovenmeester De Lange, die de leerlingen iedere ochtend aan de deur opwachtte, later toen meester De Groot hem opvolgde werd dat niet meer gedaan, geloof ik.… het ,,pietenkammen’’ in de 1e en 2e klas.… het boekje Volk in verdrukking en verzet, 1940-1945 dat we in mei 1960 op school kregen.… de schoolinspecteur die regelmatig langskwam om de lessen te beoordelen en hoe dan ook wij ietwat nerveus waren.… de schooltuintjes op de Middenweg, Frankendael, en de geur van de aarde.… de schoolartsen die je pijn deden met hun injecties tegen allerlei kinderziekten.… dat heel af en toe Juffrouw Hoogerhuis inviel. Zij had fraaie verhalen over haar bergwandelingen. De mare ging dat haar verloofde in de oorlog was doodgeschoten en dat zij hem trouw bleef door geen nieuwe vriend te nemen.… dat we links en rechts, achterelkaar de trap af moesten als de school uitliep.… dat we in de 6e klas op zaterdagmorgen naar het Rijksmuseum gingen.… dat we toen ook uitgenodigd werden om  legerplaats Ermelo te bezoeken en dat daar erg veel om te doen is geweest. Veel ouders hadden communistische sympathieën en wilden  niet dat hun kinderen door het Nederlands leger beïnvloed zouden worden. Het programma heb ik nog: Vacantiedag Parelschool Amsterdam, 27 december 1960. 08.30 uur vertrek van de Ravenstraat enz. … dat de jongens en meisjes apart gym hadden. We waren altijd bezweet als dit achter de rug was, maar dit droogde vanzelf op. Vrijdags gingen we toch naar het badhuis.… het gestencilde schoolblad Parelschool Nieuws met achterop ,,Koopt bij onze adverteerders! Zij steunen de school.’’… de stempeltjes en plakplaatjes die je in je schrift kreeg als je een opdracht goed had uitgevoerd.… dat we met meisjes eigenlijk weinig van doen hadden, je bemoeide je uitsluitend met je vriendjes.

Ik herinner me enige klasgenootjes…… Jan Altelaar, zijn oudere broer Wim zat, meen ik, 1 a 2 klassen hoger. Hij woonde vlak bij een speeltuintje (?) op Wittenburg.… Piet van Ekelen, 1 van zijn armen stond in een hoek, hij wilde later chauffeur worden.… Arie Jaring, de Jarings waren een bekende familie op de Eilanden. Jaren later ben ik Arie wel eens in Almere tegengekomen.… Ton Wendelgelst zijn ouders hadden een volkskoffiehuis op de 2e Wittenburgerdwarsstraat. Op Ton was ik enigszins jaloers. Zijn kapsel was niet, zoals bij mij, opgeschoren… … Ans Sampimon, alleen haar Franse naam al boezemde ontzag in, iemand met Franse voorouders!… Bep Moes, zij liet (on)bewust haar borsten in een flits zien tijdens het laatste schoolreisje. Sensatie!

Rein Aardemaaarde1@wxs.nl

P.s., Hoe zou het met de genoemde klasgenootjes zijn afgelopen? Wat is er van hun leven geworden. Dit geldt ook voor de onderwijzers, ook zij zijn verdwenen in de mist van de tijd…

P.p.s., Mijn buurmeisje uit die jaren, Wil Burgerding, woont nog steeds op 39 (nu een geheel ander huisnummer). ’t Is vertrouwd en toch ook vreemd daar af en toe eens heen te gaan: de lage plafonds, de smalle trappen en kamers…

P.p.s., Herinneringen zijn per definitie onbetrouwbaar. Voor deze herinneringen kan ik dan ook niet 100% instaan. Andere klasgenoten zullen hun eigen herinneringen hebben. De tijd, het verdringen, het wensen moeten deze herinneringen hebben aangetast.

Deel deze pagina: