Angelie Weber / 21-06-2013
H. is geboren in de Oostenburgervoorstraat. “Door die straat liep alle personeel naar Werkspoor en mijn grootmoeder keek door een klein keukenraampje op het terrein. Ze maakten er grote scheepsmotoren. Er was ook een kapper in de Voorstraat die tegelijk begrafenissen verzorgde.”
Hij heeft er maar kort gewoond en is verder opgegroeid in Oost. Oma kwam trouwens ook naar oost, want oma en moeder waren ‘net magneten’.
Toch bleef hij er regelmatig komen. Als kind, als hij in de omgeving rondzwierf; als jongeman bij zijn kameraad die op Werkspoor werkte en soms als hij een meisje na het dansen thuisbracht.
“Je mocht niet voetballen op straat. Dan kwam er een wijkagent en moest je op je vrije woensdag op het hoofdbureau komen en een opstel maken. Er waren wel een paar braakliggende terreinen zoals bij de 7 huisjes op de Roomtuintjes en op de Polderweg . Daar kon het wel. Daar voetbalden de straten van Oost tegen elkaar.
Ik weet ook nog dat mijn neefje werd opgepakt toen hij luilak vierde met veel lawaaierige deksels en een vuilnisbak die over de stoep werd voortgetrokken. Dat was op Kattenburg. Ze moesten vroeger nog werken op zaterdag, vandaar. ”
Later toen Kattenburg gesloopt werd kwam hij er als heier. Hij komt namelijk uit een heiersfamilie . “Met 23 jaar was ik de jongste heibaas van Amsterdam”, vertelt hij trots. Op verjaardagen was heien en aangenomen werk het gesprek van de dag en ‘werden er wat palen in de grond geslagen”.
Zwervend van zolderkamer naar een groter huis met zijn gezin en weer terug naar kleiner kwam hij 20 jaar geleden weer in de Czaar Peterbuurt terecht!
door Angelie Weber