Cees en Ina uit de Conradstraat / 01-02-2006
Het verhaal van Cees en Ina uit de Conradstraat Cees woont 58 jaar in deze buurt. Hij is op de Wittenburgergracht geboren. Zijn ouders kwamen van buiten de stad (Bodegraven) en kregen een baan in Amsterdam aangeboden toen ze veertien dagen getrouwd waren. Ina woont hier vanaf haar trouwen, dat is op 7 mei 2006 35 jaar geleden. Cees werkte in een elektriciteitsbedrijf bij een oude buurjongen. ‘We werkten bij de gemeente: universiteiten en Defensie. En zo ben ik door het werken bij Defensie terechtgekomen in het kledingmagazijn. Daar ben ik onderhoudsmonteur bij geworden in eerste instantie. En zodoende ben ik omdat ik als onderhoudsmonteur dichtbij moest wonen hier terechtgekomen toen ik in 1971 ging trouwen. Je moest wel trouwen, anders kreeg je de woning niet. Dit hiernaast was de bakkerij en ze hebben het gebouwd met dit woonhuis. In het ene woonhuis woonde de chef-bakker en in het andere de hoofdportier. Je kan zien waar de chef-bakker woonde, want die had een bredere tuin. Hij had meer te vertellen, dus pakte hij een breder stuk, want het hele terrein was van de bakkerij. Het bestek is van 1901. Het huis heeft ƒ 5000,- gekost. Dat was een vorstelijk bedrag in die tijd. Het is in 1902 opgeleverd. In 1952 is de bakkerij opgehouden met bakken. Ik denk dat ze toen brood van buitenaf kochten. Het ging hoofdzakelijk om de marinekazerne en de Oranje Nassau-kazerne. Op het moment dat Defensie een gebouw niet gebruikt, gaat het over naar de domeinen. Die beslissen dan wie erin komen. Toen wij hier kwamen wonen, zat in de bakkerij Van Os kantoorboekhandel. Geen winkel maar magazijn en kantoor. Die zijn er begin 1980 uit gegaan, waarna het uiteraard gekraakt werd. Ik had er geen problemen mee. Ik heb het wel doorgegeven aan de douane, maar voor de rest vond ik het best. De jongens die dit gekraakt hadden waren niet direct van de kraakbeweging, maar hebben altijd hun best gedaan om goed te wonen. In principe hebben we maar één keer last gehad omdat ze met bandjes bezig waren. Maar toen hebben ze de boel geïsoleerd om de buurt te ontzien. Ze hebben het uiteindelijk ook gekocht van de gemeente met de verplichting het op te knappen (achterstallig onderhoud). Dat is ook allemaal gebeurd en dat is te zien. De kledingmagazijnen zijn blijven staan, maar in 1983 overgegaan naar Soesterberg. En toen zijn de gebouwen in gebruik gebleven voor opslag en Ciske de rat is er gedeeltelijk opgenomen: het stuk van de gevangenis en het ziekenhuis. Want vroeger zaten die jongens natuurlijk in die grote oude zalen opgesloten en het is daarom ook daar opgenomen.’ Ina: ‘Ik denk dat Ciske de rat gewoon een indrukwekkend verhaal is, want in mijn jeugd heb ik de oude film gezien met Kees Brusse. Die was de meester. En als ik de nieuwe film zag, zag ik de oude film ertussendoor.’ Cees: ‘Toen is dat hele spul daarna gekraakt en dat was wel een vreemd verhaal. Het is volgens mij op Goede Vrijdag gekraakt en donderdags was het door Defensie overgedragen aan domeinen. En dan blijkt nog, ik weet niet of het waar is hoor, dat het grondbedrijf de krakers getipt had in de Vondelkerk. Wij wisten ook van niets. Ik heb de marechaussee ingeschakeld, want ik dacht dat het militair terrein was. De marechaussee dacht dat ook. Die wist ook van niks. Zijn we het terrein op gegaan en heeft de marechaussee ze verzocht het terrein te verlaten. Waarop de krakers reageerden dat Defensie eerst maar moest aantonen dat ze het nodig hadden. Toen hebben we de officier van piket gebeld en die heeft uitgezocht wat ze moesten doen en toen kreeg die te horen dat het niet meer van Defensie was. Toen is de marechaussee weer weggegaan, die hadden er niets te zoeken. Toen hebben die krakers geprobeerd om de buurt achter zich te krijgen. Ze hebben nog een kinderboerderij gemaakt en schilderingen. Die krakers zelf verhuurden het weer in gedeeltes en die huurders betaalden ƒ 400,- voor zo’n stukkie van zo’n zaal. Dat kan je niet bewijzen, maar het werd wel gedaan. Pure business van die gasten. Een aantal jaren later is de ontruiming geweest. Piepschuimen wasmachines naar beneden gegooid, het is nog op tv geweest, maar het waren wel echte! Onze dochter mocht er nooit naar toe. Ina fietste in die tijd niet meer door de Conradstraat, omdat de krakers ’s morgens nog wel eens een emmer ‘water’ naar buiten gooiden bij gebrek aan riolering. Ze hadden in het gehele gebouw ook leidingen weggehaald. Dat stonden ze op het terrein te verbranden om het koperdraad. En als je de politie belde, dan mochten die er niet op van de politie. Want als ze een auto het terrein op stuurden met politie erin, zouden ze blij zijn als ze de politie terugkregen, werd er gezegd door de politie. Het waren gasten die je bij elke demonstratie nu nog ziet. Dat was het krakersverhaal en het einde van het kledingmagazijn. Bij de ontruiming hebben ze het nog in brand gestoken. Toen was het druk in de straat. Ieder zat hier binnen en in de tuin, want je mocht niet op straat. Er was een grote brand en niemand vond het erg. Ik was nog wel onderhoudsmonteur toen het kledingmagazijn er nog was, maar ik was toen ook al kwaliteitscontroleur van Defensie. Vroeger heette dat keurmeester, maar dat woord leek te veel op de keuringsdienst van vlees. Ik ging dan naar civiele bedrijven toe om te kijken of de spullen in orde waren. Ik hoop dat het hier nog een beetje bewoond wordt, in de Czaar Peterstraat ook. Voor de rest zie je de buurt wel opknappen, maar het duurt lang. Toen ik veertien jaar was, zijn ze begonnen op Kattenburg. Als ze in de Czaar Peterbuurt klaar zijn, kunnen ze op Kattenburg weer beginnen. ’t Is voor de mensen die niet van heien houden geen geschikte buurt.’