Redactie buurtboeken / 26-02-2017
Het is februari 2017. De eerste verkiezingsposters hangen er weer maar hoe dat in de jaren 50 op de Kadijken ging hoorden we van Ellen Metz, die in die tijd op de Hoogte Kadijk woonde, op nummer 17. Zij waren een communistische familie: “Met de verkiezingen hingen er overal borden buiten de ramen op de Hoogte Kadijk, veel PvdA, maar er woonden ook veel katholieken. Er hingen altijd heel veel borden. Wij hadden een heel groot bord, het grootste bord in de straat. Dat we communisten waren speelde zeker een rol in de buurt, iedereen wist dat we communisten waren. Ik kan me herinneren dat tijdens de inval in Hongarije ramen werden ingegooid bij communisten in de stad. De buren zeiden: ‘ze moeten hier niet komen hoor, bij jullie, want dan gaan wij er allemaal voor staan!’.
De buurt was in die tijd heel solidair. Buren waren tante en oom en veel buren hadden bijnamen. Ellens moeder was actief in de vrouwenbeweging en kwam bij veel mensen op de Eilanden thuis. Corry Scheen was een goede vriendin van haar moeder en Marie Altelaar ook. Ellen ging elk jaar mee met kinderkamp 'Zonneschijn' in Beekbergen. Ze sliep daar in een grote legertent en vond het heel leuk. Het was opgezet voor kinderen die nooit buiten de stad kwamen. Dit was begonnen vanuit de vrouwenbeweging en er waren veel communistische vrouwen bij betrokken, zoals Corry Scheen en Marie Altelaar.