Emma Galver / 24-05-2017
“In 1962 kregen we dit huis toegewezen op de Nwe Prinsengracht. Het viel meteen op dat iemand zijn naam gegraveerd had op het raam, een Joodse naam. Ik dacht: ‘die man heeft laten weten dat hij hier is geweest.’en omdat hier Joodse families gewoond hebben was het voor mij een statement. Er heeft hier wel een familie Blits gewoond, maar het is onduidelijk of Sem hier gewoond heeft, want deze familie had geen Samuel en is in 1931 vertrokken.”
Later kwam er nog een nieuwe ontdekking bij: “Toen ik bij de Amrobank werkte begin jaren 80 verhuisden we van het Rokin naar de Bijlmer en we moesten de kluizen leegmaken. Ik was nieuwgierig toen er een stapel actes inlagen waarin de Duitse bezetter opdroeg om Joodse amploye’s te ontslaan. Ik bladerde het door en kwam de naam Samuel Blits tegen met als adres Plantage Kerklaan 7. En ik dacht ‘daar heb je hem weer’. Ik weet niet of het dezelfde persoon is, maar ik nam de copie instinctief mee en heb hem zorgvuldig bewaard. Dit was mijn geheim. Het werd iets heel persoonlijks.
Jaren gingen voorbij. Het was mijn monumentje.
Nog steeds zou ik graag weten wie de Sem is die zijn naam op zijn/ mijn raam schreef en wat er met hem gebeurd is. “