Angelie Weber / 03-07-2017
Marie (nu 83) woonde in de hongerwinter van 1944 op de Hoogte Kadijk schuin tegenover pakhuis de Pelicaan:
"Ze hadden allemaal hier beneden van die hekkies, dat was altijd afgesloten. Een paar jongens gingen er met een stuk hout tegenaan rammen, totdat een van die hekken viel. Daar lag die hele kelder vol met aardappelen van de Duitsers....Toen maakten we een stok met een hele stevige vleesvork eraan en gingen we aardappels prikken. Al die kinderen gingen prikken. De Duitsers reden langs, maar die dachten, die kinderen zijn aan het spelen!"
"Het was een pakhuis waar van alles in lag opgeslagen, ook koffie en zo. Er naast was een glijbaan. Die liep helemaal tot de bovenste verdieping en was misschien wel anderhalve meter breed. Als er goederen gehaald werden dan gooiden ze die op de glijbaan en vingen de zakken op om in de wagens te doen. Alles zat in juten zakken. Af en toe ging er een zak stuk en dan schepten ze de koffiebonen weer op. Alles werd toen nog vervoerd over het water met dekschuiten."