Willemijn / 11-12-2005
Toen ik in 2003 te horen kreeg dat ik een woning in de Czaar Peterbuurt kon krijgen, moest ik wel even slikken. Daar, in die buurt?Toen het huis al mijn wensen bleek te vervullen, besloot ik de buurt voor lief te nemen. Het zou immers beter gaan met de buurt en dan zou ik in een fijn huis in een fijne buurt wonen. En het is in die tijd inderdaad beter geworden: de straat is weer dicht, de tram rijdt (ongelooflijk hoeveel mensen daar ’s ochtends en ’s avonds in zitten!) en de woningen worden opgeknapt.Maar, mijn buurt is het nog steeds niet geworden.Als mensen mij vragen waar ik woon, mompel ik iets als: ‘Bij de molen’, en voor bezoek van buiten Amsterdam verontschuldig ik me vaak al voordat ze er zijn.Het ligt aan mij, ik weet het.Ik ben hier namelijk nooit komen wonen met het idee hier te blijven en als je iets als tijdelijk beschouwt, ga je je ook niet hechten, daar ben ik nu achter.Maar gelukkig zijn er ook buurtbewoners die wel echt van de buurt houden, die zich inzetten voor de buurt en die er eigenlijk niet meer weg willen.Dat is goed, want ik weet dat dat belangrijk is voor een leefbare buurt.Ach, ik weet ook wel dat als ik ergens anders zou wonen, ik met weemoed terug zal denken aan de Czaar Peter. De molen die altijd al van verre mijn huis aankondigt, de nabijheid van het IJ, de spelende kinderen in de speeltuin. Maar vooral mijn eerste echte huis, waar later mijn vriend bij is komen wonen. Dat huis vergeet ik nooit meer.