Lyda Schulken / 01-07-2006
Op dit oude foto’tje zie je een klein stukje van de Oostenburgergracht. De drie huisjes aan de linkerkant zijn allang afgebroken. Op de hoek staat een “jaren 50” kantoor dat ooit bij het Wienercomplex hoorde. Daarna is rond 1989/1990 een nieuwbouwcomplexje gebouwd met koopwoningen en op de begane grond een kapperszaak. Daarnaast staat nog een oude gevel, ik dacht uit 1781, maar na de restauratie zijn het jaartal en de naam (het werfje) verdwenen. Op de begane grond was vroeger een illuster feestzaakje, nu is er een Italiaans restaurant.
Naast mijn huisje, dat stamt uit ongeveer 1900 stond, toen ik hier in 1988 kwam wonen, nog een huis uit 1680, maar dat was zo verkrot en is helaas vervangen door nieuwbouw. Het voordeel daarvan was dat er ter vervanging van de patatzaak, na een moeizame start van grillroom tot eetcafé, nu al enkele jaren een Thais restaurant is, dat ondanks de kleine ruimte, goed bezocht wordt. Vooral zomers is het daar erg gezellig. De eigenares zit dan samen met de koks buiten groente schoon te maken. Het straalt iets gemoedelijks uit dat ook wel hoort bij deze buurt. Naast het Thais restaurant ligt het huis waar ik woon sinds 1988. De vorige bewoner vertelde dat er vroeger een schoenmakerij was. Vandaar het grote etalageraam waarin mijn poezen vaak liggen, tot groot plezier van veel mensen en kinderen en ook wel van mij, omdat ik heel veel buurtbewoners langs mijn raam zie komen. Wat vroeger het winkelgedeelte was is nu een woonkeuken. De indeling is nog anno 1900: trapje omhoog, huiskamer, trapje naar beneden, 1,75 m onder de grond de slaapkamer. Helaas heeft dit huis de tand des tijds niet weerstaan. Het is koud en vochtig en de fundering is slecht. Dus zal het in de nabije toekomst òf tegen de grond gaan, of drastisch gerenoveerd met behoud van de unieke indeling en herstel van de gevel, die vroeger bestond uit kleine rose, blauwe en crèmekleurige tegeltjes in de raambogen en rondom het etalageraam. Zelf hoop ik op het laatste, omdat er dan niet weer een stukje geschiedenis verloren gaat.
Het maken van de geschiedenis van de buurt (niet de grote geschiedenis, maar die van ‘gewone’mensen) gaat m.i. via de verhalen die mensen elkaar vertellen. Deze buurt is rijk aan dit soort verhalen, omdat de Oostelijke Eilanden niet alleen een rijke geschiedenis kent, o.a. de V.O.C, maar ook omdat elk “eiland” op zich anders was verdeeld naar welstand. Drie kleine aangeplempte eilandjes verbonden door bruggen en elk met een eigen karakter. Een buurt waar de mensen van oudsher hun eigen problemen oplosten en bij grote problemen samen hun schouders er onder zetten. Een buurt ook waar heel veel zelf werd gedaan. Dat heb ik gemerkt toen ik hier pas woonde en er in het kader van de herbouw een paar grote feesten werden georganiseerd door buurthuis, wijkcentrum en bewoners. De buurt wilde een feest op het plein achter de kerk en er kwam een feest. Iedereen werd gemobiliseerd, fondsen werden aangeschreven, vrijwilligers werden ingeschakeld, klommen in bomen en tentpalen om versiering op te hangen. Het werd een feest op ons plein, in onze Oosterkerk en met ons buurthuis.
Vanaf die tijd was het ook mijn buurt. Het is een buurt om trots op te zijn. Ik hoop dat ik er nog lang mag blijven wonen. En dat ook de generatie na mij geniet van de mooie plekjes in de buurt en rondlopen met kinderen of kleinkinderen en dan met trots zullen zeggen: “Zie je dat gebouw daar? Dat was vroeger een kerk. Die wilde de gemeente slopen, maar de buurtbewoners hebben ervoor gezorgd dat hij bleef staan. Nu is het een huis voor de buurt, er zit een wijkcentrum en een dienstencentrum en er worden concerten gegeven. Zie je dat plein? Dat was vroeger alleen maar asfalt. Er is jaren om gezeurd, maar kijk eens hoe het opgeknapt is! Zie je dat witte gebouwtje daar aan de overkant? Dat is het buurthuis. Daar heeft je opa gezongen in een koor en je oma kookles gehad. Het was altijd erg gezellig. Gelukkig staat het er nog en er zijn nog steeds clubs. En zie je daar langs het water die ene boom? Dat is een beukenboom, daar gapte je oudoom vroeger nootjes. Het is nu een monument.
De buurt lette even niet op en een ambtenaar van de gemeente vond het te rommelig langs het water en heeft alles weg laten halen. Nu is het een beetje kaal maar wel lekker overzichtelijk. Gelukkig staat die ene boom er nog! En kijk eens daar aan de overkant. Zie je dat grote raam met al die posters? Daar woonde vroeger een vrouwtje met 5 poezen, die altijd lagen te zonnen in de vensterbank. Zij hing altijd posters op voor dingen die in de buurt gebeurden. Dat vrouwtje is allang weg, maar er hangen nog steeds posters op het raam, want er gebeurt nog van alles in de buurt.”
Aanvulling van Elly van Mourik op de foto's in het buurtboek:
In 1948 was dat wat u het ‘werfje’ noemt een herenkapper, ‘Pieterse’. Hij was tevens begrafenisondernemer. Rechts ernaast was een drogisterij en links een kruidenier, ‘Brouwer’.
Daar links van was ‘Pino’ de poelier. Daar slachtte mijn oom. En daarnaast goud en zilver, waar mijn gaatjes in mijn oren zijn geprikt.
Ik denk dat de foto dateert uit 1955.
Ik zie links kolenboer ‘Kemmenaar’ en rechts daarnaast het fruit en snoep keldertje van ‘ Ros’, dan een woonhuis en daarnaast de jongensschool, die links een feestzaal bezat, waar ik mijn man heb leren kennen toen ik daar zong voor een feest van zijn voetbalclub ASVK, van Kattenburg. Helemaal rechts het cafe van ‘Alouserie”
Veel te vertellen he, over zo’n foto.