Karin Brandenburg / 31-10-2007
Meer dan 15 jaar wonen wij nu al weer in dit buurtje. Eerst in de ‘nieuwbouwtorentjes’ bij de Oranje-Nassaukazerne. Daar waren we als jong stel de trotse bezitters van een 3 kamer appartement. We hadden geluk gehad: omdat we meer dan 10 jaar woonachtig waren in Amsterdam, een goede woning achterlieten en beneden een bepaald jaarsalaris verdienden, kwamen we in aanmerking voor een premie-A koopwoning. Zo kwamen we in het koopwoningencircuit van Amsterdam terecht.
Het was een leuk en praktisch appartement. We genoten van de nieuwheid; de centrale verwarming, geen scheve muren, dubbele ramen, een groot balkon én gezellige buren. We kwamen van de Albert Cuypstraat, dus met de Dappermarkt voor de deur hoefden we zelfs de markt niet te missen.
We voelden ons heel erg thuis. Zo thuis, dat toen we hoorden dat er in het VOC pakhuis op Oostenburg appartementen zouden worden gebouwd, we besloten om daar een wat grotere flat te kopen. In dit buurtje wilden we graag blijven.
Precies op de dag dat ik beviel van onze oudste dochter moesten we beslissen of we een woning op de bovenste verdieping van het pakhuis wilden kopen. Die keuze was niet moeilijk. En zo wonen we hier ook al weer bijna 10 jaar.
Het pand is een oud VOC pakhuis uit 1720. In de tijd dat de koopvaardijschepen naar de Oost voeren, werden in dit pakhuis de specerijen opgeslagen. Hoewel ons huis splinternieuw is, namelijk 2 woonlagen van hout gebouwd op het dak van het pakhuis, zie je in de rest van dit pand nog duidelijk de bouwstijl van die tijd: dikke muren van wel 70 cm., houten steunbalken in het plafond, kleine raampjes en als fundering de halfronde gewelven, waar nu de bergingen van de bewoners zijn te vinden. Een pand met een lange en rijke geschiedenis.
Behalve dat het pand bijzonder is, de woning ruim en riant, is het toch ook de buurt die ons hier voorlopig nog wel even houdt.
We zijn geluksvogels. Waar vindt je in de binnenstad, op 10 minuten fietsen van het centrum, maar ook op 10 minuten fietsen van het groen buiten de stad, zo’n mooie plek om te wonen. Een goed huis op een groene rustige plek in een heerlijk buurtje.
Intussen hebben we 2 opgroeiende dochters die naar Basisschool Oostelijke Eilanden gaan. We vinden het een heel leuke school, goed passend bij ons idee over onderwijs en goed passend bij onze kinderen. Het onderwijs wordt er thematisch aangeboden en omdat het aansluit bij de belevingswereld en ontwikkeling van ieder kind apart, leren ze er veel. Dit ‘ontwikkelingsgericht onderwijs’ sprak mij zo aan dat ik besloot om te scholen tot leerkracht basisonderwijs. Op zo’n school zou ik wel willen werken. En dat is gelukt. Sinds 5 jaar ben ik juf en sinds 4 jaar werk ik op de BOE.
Wonen en werken in dezelfde buurt. Sommige mensen moeten er niet aan denken, maar ik vind het heerlijk. Ik geniet van de korte reistijd naar m’n werk, dat ik veel kan werken en toch vaak m’n kinderen zie, geen stress van kinderen nog ophalen en op tijd brengen en ik geniet van alle mensen die ik heb leren kennen en die ik overal in de buurt tegenkom. De ouders van de vriendjes en vriendinnetjes van onze kinderen, de ouders van kinderen van de school, de leerlingen, de hondenbezitters in het parkje, de jongens op de bankjes; het maakt niet uit. ‘Dag juf, hoi Karin, hoe gaat het?’ Ik voel me hier erg thuis. Hier ben ik een Amsterdammer geworden.