Maarten Legêne / 05-07-2007
Mijn oma Anna van Zanten werd op 27 september 1892 op Wittenburg geboren. Haar vader was hoofd van de school van de Hervormde Kerk. Hun huis stond midden in het centrum van de scheepswerven en de bootwerkerswijk, die aan alle kanten op het IJ aansloot. “Menige muts of hoed ging het water in, daar er altijd wind stond”, schreef mijn oma in haar levensverhaal dat zij vlak voor haar overlijden in 1973 optekende. Later verhuisde mijn oma “naar de school aan de Weteringsschans bij het Frederiksplein met zijn mooi Paleis van Volksvlijt. Wij kinderen hadden het voorrecht steeds in een groot huis te wonen, waar we ruimte hadden om te spelen. Ik zie nog vader met ons op de lange gang lopen zingen met de kleinst op zijn arm. Ik dank het wel in het bijzonder aan hem dat ik zoveel versjes uit mijn hoofd ken. Toen wij naar school gingen, mochten wij zondags mee naar de Duits Hervormde Kerk, waar vader voorlezer was- zoals toen in de kerkdienst gebruikelijk was- en leerden daardoor al vroeg een vreemde taal verstaan. Wij kinderen hadden een goede jeugd. Wij waren met ons vieren, al was er enig leeftijdsverschil”.Nadat zij met mijn opa trouwde ging zij in 1914 met hem naar Suriname, omdat opa was benoemd tot hoofd van de “Suriname zending”.Nu loop ik anno 2007 met mijn driejarig zoontje Linor door dezelfde buurt waar zij geboren is. De wind neemt zijn petje mee en we kijken samen hoe het langzaam onder water verdwijnt, waarna hij hard moet huilen. In sommige opzichten is hier niets veranderd, maar toch zou mijn oma haar eigen ogen niet geloofd hebben als ze nu nog eens naar haar geboorteplek kon terugkeren.Zelf heb ik een decennium in de van Ostadestraat in de Pijp gewoond, in een huis dat helaas door de woningbouwvereniging is gesloopt om plaats te maken voor dure nieuwbouwappartementen. Als gevolg daarvan werd ik “stadsvernieuwingsurgent” wat mij de gelegenheid bood om enkele tientallen woningen her en der in de stad te bezichtigen. Uiteindelijk kwam een woning aan de Czaar Peterstraat beschikbaar waar ik niet lang bij aarzelde: een goede woning, een mooie buurt, lijn 10 voor de deur die je dwars de stad doorvoert en lijn 26 om de hoek. De buurt kende ik al langer omdat een vriendin van mij jarenlang in de Krayenhoffstraat heeft gewoond, nog voordat deze werd gerenoveerd. En in mijn gezin neemt de molen een bijzondere plaats in omdat ik die vaak met mijn kinderen heb bekeken.Wie vanuit de Pijp naar de Czaar Peter verhuist, merkt al snel grote verschillen in beleid tussen de stadsdelen. Zo wordt hier veel vaker en grondiger de publieke ruimte schoongemaakt en dat is ook goed te zien. Ook de buurt- en straatmanagers doen goed werk.Moesten mijn kinderen het voorheen in de Pijp doen met het speeltuintje in het Sarphatipark en met de kinderboerderij, hier kunnen zij zich heerlijk uitleven in de Oosterspeeltuin, het speeltuintje bij het voormalig Zeemagazijn, de bandenboot, de trampolines een eindje verderop, het Oosterpark met spartelvijver en Artis natuurlijk, waar we veilig langs de Kadijeken naar toe kunnen fietsen.Ik hoop dat de Oosterspeeltuin na de verplaatsing ervan net zoveel ruimte zal houden als nu, want juist die ruimte doet kinderen goed en zij genieten er bijzonder van.Sinds ik in deze wijk woon heb ik diverse ontdekkingsreizen door mijn nieuwe buurt gemaakt. De schoonheid van de combinatie van oud en nieuw is fascinerend. Het enige wat ik mis is een museum dat de roemruchte geschiedenis van deze buurt bewaart en toont.En het is mij een raadsel hoe de schoonheidscommissie ooit toestemming heeft kunnen geven voor de bouw van het Mövenpick Hotel vlak naast het Muziektheater aan “t IJ. Gold tot voor kort de Nederlandse Bank als het lelijkste gebouw van Amsterdam, het Mövenpick Hotel slaat wat dat betreft alles. Maar dat staat niet in onze buurt”.