Pofboek

Joke van Zaane / 09-02-2008

In het begin van de jaren vijftig namen mijn ouders een sigarenzaak in de Amsterdamse Czaar Peterstraat over. Dit was toen nog een echte volkswijk waar vooral veel havenarbeiders woonden.Het was in die tijd nog de gewoonte om te “poffen”, d.w.z. je liet de hele week je sigaren en sigaretten opschrijven in het “pofboek”om dan aan het eind van de week als het loon was uitbetaald alles in een keer af te rekenen. Vaak werd er dan meteen weer gepoft voor de volgende week.                                                 Er waren in de straat nog vijf andere sigarenwinkels die ook allemaal op de pof leverden dus moesten wij hier wel aan mee doen.Dikwijls werden de kinderen gestuurd met een boodschappenbriefje en mijn vader heeft veel van die briefjes bewaard en in een schrift geplakt. Daar de meeste Czaar Peterbuurtbewoners niet alleen niet ruim bij kas waren maar ook weinig school hadden gehad leverde dit vaak bijzonder proza op zoals: “Menheer, heeft u 1 pakje sigarreten voor de schillenman. Kent u die kleine meind meegeven.”of “Meneer daar mijn man ziek is en ik nog geen ziekengelt heb gehat wou ik u vraagen of ik van den week even mag betaalen zo gouw als ik mijn ziekengeld krijgt zal ik het u laten bregen.” Er is ook veel klein leed bij b.v.“Zou u mijn hier een pakje north state voor willen geven want mijn man licht zwaar ziek met longontsteking en dan moet ik steeds draaien en daar voel ik niets voor”en “mijnheer Zaane, waarom kan ik het nu niet van u krijgen u krijgt u geld toch mijn man moet naar zijn werk en heelemaal geen tabak ik hoop dat u mij helpt aan 1 pakje zware sjek.”en wat te denken van:“heeft u een pakje tabak voor mij want ik zet nog te wachten op geld want ik eens geen geld voor brood te halen als a het hebt geev u als u kan een pakje mee.” men is heus wel van goede wil:“Weeges ziekte ben ik nog niet berijd om alles in een keer te betaalen daarom zal ik iedere week wat brengen tot dat ik alles in een keer kan betalen.”of “Javaantje (naam van onze winkel)Kunt u mij misschien helpen met 1 pakje cigaretten van 60 cent ik heb mijn postwissel nog niet ontvangen. Wilt u die voor mijn aannemen die lichtmunt dan heb ik alstublieft wat te roken als het dan mogelijk is dan alstublieft Laurens 10  dank u bij voorbaat”(Ik weet niet of mijn vader de lichtmunt heeft aangenomen.)of deze: “Van SanenIk zal 3 gulden af laten schrijven want anders had ik wel meer af laten schrijven maar me zoontje moest naar brules(?) en die moest nog wat hebben maar beter wat als niks mijn dank.” Soms moest je er een beetje naar raden, wat te denken van:“5 pakjes goeie siegareten van 85 voor de juvrouw die ze wel meer heeft.”en “kan mijn man twee pakjes Arsenal krijgen, en vrijdag betalen, bijlsma (van het postkantoor) kend hem van de Radiobode. Uit voorbaat dank.” er kwam ook wel eens een minder vriendelijk briefje:”‘Als u zo wandtrouwig ben dan haal ik niets meer. Wat denkt u wel van ons.’ De briefjes werden geschreven op de meest uiteenlopende stukjes papier zoals hoekjes van de krant, stukken van een enveloppe , toegangskaartjes en delen uit een schoolschrift.De rekeningen werden meestal keurig betaald al ging het soms moeizaam maar het is een enkele keer voorgekomen dat de poffer met de noorderzon vertrokken was en dan konden we naar het geld fluiten.In de loop van de jaren werden de financiële omstandigheden van de mensen beter en verdween het fenomeen pofboek hoewel een enkele klant het nog volhield omdat het zo gemakkelijk was maar op een gegeven moment was het over en dat was voor mijn ouders toch wel een stuk prettiger.

Deel deze pagina: